Woensdag 16 - zondag 27 juli 2025
Berghuttentrektocht - 10 stapdagen tussen 2.000 en 2.900 m
dagelijks 5 tot 7 uur stappen
Berner Alpen (CH): Lauenen bei Gstaad - Mürren
De Berner Alpen zijn één van de grootste bergmassieven in de Alpen. Je vindt er grootse bergen (+ 4.000 m, bv. Jungfrau en Mönch), de Eiger(wand) en de 2 langste Alpengletsjers (Aletsch- en Fieschergletsjer). Deze reuzen blijven buiten bereik voor bergwandelaars, maar daarom niet uit het blikveld.
De eerste dagen wat opbouwen en acclimatiseren. De bewoonde wereld maakt plaats voor zomerweides. In de loop van de 2e dag trekken we de alpiene wereld binnen. De eerste helft van de trektocht wandelen tussen iets bescheidenere bergtoppen, de dichtstbijzijnde zelden hoger dan 3.000 m. Bergpassen brengen ons tot 2.700 m. Als de omstandigheden het toelaten en je er nog zin in hebt is een bescheiden top van 2.600 m binnen handbereik. Ongeveer halverwege, samenvallend met de zwaarste etappes, overnachten we opnieuw (veel) lager in een comfortabele lager van een berggasthof, in bed van een berghotel en in een pension in Kandersteg. De afdaling naar en de klim uit Kandertal beperken we door liften te gebruiken. Voorbij Kandersteg de hoogst gelegen hut (2.836 m) en majestueuze uitzichten. Op de laatste dag, bij mooi weer, zijn de echte Alpenreuzen en hun gletsjers in volle glorie te bewonderen; met een groot deel van de dag panoramische zichten.
Dag aan dag
De links hieronder leiden naar de websites van de hutten en naar 360-graden beelden op Google Maps: ze geven een beeld van de tochten.
Meters bergop- en bergaf zijn berekeningen. De wandeltijden zijn berekend met de in Vlaanderen en Nederland gebruikelijke formule: (300m/u bergop + 500m/u bergaf) + (4km/u vlak); waarbij je de kleinste van de 2 waarden (verticale of horizontale tijd) door 2 deelt. Wanneer er moeilijkere passages verwacht worden, komt er 1 uur extra bij. Dit geeft tragere resultaten dan wat de Zwitsers op hun wegwijzers zetten, Zwitsers zijn bv. een kleine 2 uur sneller van Simmefälle in Engstligenalp.
De eerste dagen zal dit een realistische inschatting zijn, waar we mogelijk nog wat over gaan. Nadien zouden we in goede omstandigheden sneller moeten opschieten.
Woensdag 16 juli - heenreis met de nachttrein
Voorstel 1 via Eindhoven met ligplaatsen of slaappplaatsen om op tijd te slapen
- 16:44 Brussel-Z - 16:53 Brussel-N - 17:36 Antwerpen-Berchem - 17:42 Antwerpen-Ctl - naar Breda (aankomst 18:18)
- 18:38 trein naar Eindhoven (aankomst 19:26), eventueel iets eten
- 21:46 nachttrein naar Basel (aankomst 6:20 - blijft tot 6:45 aan het perron staan)
Voorstel 2 ICE Brussel Noord 20:34 - Keulen 22:15 + daar de nachttrein om 23:42 met zitplaatsen naar Basel.
Donderdag 17 juli - Lauenensee - Geltenhütte (2,5 uur; 625 m stijgen)
- 7:28 trein naar Spiez (aankomst 9:04), met gelegenheid tot inkopen bij bv. Bäckerei & Konditorei Felder
- 10:12 trein naar Zweisimmen (aankomst 10:59)
- 11:02 trein naar Gstaad (A 11:35)
- 12:07 bus naar startpunt Lauenensee (A 12:32)
Geleidelijke klim vanaf de Lauenensee (1.380 m), door de bij wijlen nauwe Geltebachvallei, naar de Geltenhütte 2.002 m - 85 bedden.
360 graden-beeld naast de hut en de Lauenensee.
Vrijdag 18 juli - Wildhornhütte (4,5 uur; 700 m stijgen, 400 m dalen)
Tussen de Geltenhütte en Almenegg op hoogte in de valleiwand boven de Geltebach. Een stukje is met kabels en een trap gezekerd. Daarna zomerweides bergop naar de Tungelpass (2.084 m) en verder tot op rug van de Niesehorn (ongeveer 2.380 m). Aan de andere kant wat afdalen tot 2.255 m en naar de Wildhornhütte 2.303 m - 79 bedden.
360 graden-beeld in de buurt van de Tungelpass en aan de Wildhornhütte
Zaterdag 19 juli - Wildstrubelhütte (tussen 5,5 en 6,5 uur; 995 m stijgen, 515 m dalen).
Door de klimaatopwarming trok de Tungelgletsjer zich terug waardoor het Schniedejoch (2.755 m) (gelegen tussen de Wildhorn (3.250 m) en de Schnidehorn (2.937 m)) ijsvrij werd en zonder hulpmiddelen toegankelijk is. Van het Schnidejoch afdalen naar het Lac du Téné tot ongeveer 2.460 m. Bij goed weer zicht op het dieper gelegen stuwmeer Lac du Tseuzier, een glimp van de Rhônevallei en de Alpenhoofdkam op de Italiaans-Zwitserse grens. Door een karstgebied met hier en daar een kabel naar de Plan des Roses. Over de valleibodem tot aan de Rawilpass (2.427 m) en bergop tot aan de Wildstrubelhütte 2.789 m - 60 bedden.
Vanaf nu zal het imposante massief van de Wildstrubel (3.244 m) zelden uit het blikveld verdwijnen.
360 graden-beeld in de afdaling naar het Lac du Téné en streetview op een wandelpad door de Plan des Roses.
Zondag 20 juli - Simmenfälle (6 uur; 225 m stijgen, 1.910 m dalen).
Een stukje op de stappen terug en afdalen naar de Rawilseeleni (meertjes, verkleinwoord meervoud, 2.490 m). Over het Tierbergsattel (2.653 m) en afdalen. Door een stenig landschap tot aan de Rezligletscherseeli (meertje, verkleinwoord enkelvoud, 2.265 m). Bij beperkt zicht is oriënteren in dit afgelegen en ingesloten gebied moeilijk, daarom is dit pad T4 geklasseerd (soms T3+). Nabij dit meertje, na 3 uur stappen, stroomt de Trüebbach, een riviertje dat smeltwater afvoert van de Glacier de la Plaine Morte. Sommige zomers is door het wassende water de brug na de middag onbereikbaar, door vroeger te vertrekken (in de meeste hutten wordt ontbijt om 7:00 uur opgediend) blijf je het water voor. Nabij het Flueseeli (2.045 m) een vriendelijker landschap en uitzicht over het Lenkertal. Een stevige afdaling tot op de valleibodem van de Simme (1.403 m). Nog 2,5 km, grotendeels over een brede onverharde weg, tot aan de overnachtingsplek Gasthof Simmenfälle 1.105 m - overnachting in het lager (hier comfortabele groepskamers).
360 graden-beeld aan het Flueseeli en op de valleibodem van de Simme.
Maandag 21 juli - Engstligenalp (7 uur; 1.355 m stijgen, 520 m dalen).
Ongeveer 2 km terug, een lange klim tot de Ammertepass (2.443 m) en afdalen in het keteldal van de Engstligenalp (1.950 m). Detail: langs de Ammertebach naar de Ammertehütte (1.822 m, een kleine onbemande hut). De Ammertebach blijven volgen en in de Ammerteschafberg (in weerwil van de naam, verwijzen plaatsnamen met schafberg naar valleiwanden) bergop naar de Ammertepass (2.443 m). Het laatste stuk is stijler met veel puin. Zicht op verschillende gletsjers. Eventueel bij mooi weer, als er nog zin en tijd is, vrijblijvend 30 min heen en 30 min terug naar de Ammertenspitz (2.613 m). Afdalen naar Berghotel Engstligenalp +/- 1.950 m.
360 graden-beeld op de Ammertenspitz, met zicht op de Wildstrubel, van Engstligenalp en in de Ammerteschafberg
Dinsdag 22 juli - Lämmerenhütte (6 tot 7 uur; 1.040 m stijgen, 475 m dalen)
Iets lagere bergen maken wandelingen over bergruggen mogelijk. Een stuk gemakkelijke T4: over een kwijnende gletsjer die dankzij puinbedekking zonder stijgijzers bewandeld kan worden (voor de zekerheid is er een alternatief). Detail:
Over de Artelegrat, onder de onbereikbare top van de Tschingellochtighorn door (waarom? zie 360 graden-beeld) naar een naamloos topje van 2.659 m hoog. Eerst over en daarna onder de Entschligengrat en onder de top van de Chindbettihorn door naar de Chindbettipass (2.623 m). Afdaling in de Tälli, over de met puin bedekte Tälligletsjer naar het Rote Totz Lücke (2.803 m). De afdaling volgt ongeveer de Lämmerengrat tot aan de Lämmerenhütte 2.502 m - 84 bedden.
360 graden-beeld op de Engstligengrat, op de Tälligletscher, op Rote Totz Lücke en nabij de Lämmerenhütte.
Woensdag 23 juli - Kandersteg (6 uur; 505 m stijgen, 1.075 m dalen)
Een beetje een overgangsetappe en afscheid van de Wildstrubel. Zigzag afdaling naar de Lämmerenboden (2.312 m), langs de Lämmerendalu die het smeltwater van de Wildstrubelgletsjer afvoert naar de Daubensee (2.207 m). Aan het andere einde van het meer een stukje stijgen door Rote Chumme, dan op en neer naar Schwarzgrätli (2.381 m) en Wyssi Flue (2.471 m), het begin van de Üschenegrat. De rug volgen (tussen 2.100 m en 2.200 m), aan het andere eind kan je vrijblijvend de Gällihorn (2.283 m) beklimmen (een beetje klauteren). Stijle zigzag afdaling naar Sunnbüel (1.933 m), met gondellift en bus naar Kandersteg (1.174 m). Verblijf in Pension Spycher.
Weetje: de Daubensee is een natuurlijk meer dat ondergronds afwatert. Het water dagzoomt 2 weken later, ongeveer 15 km verderop, in Varen (Wallis). Het stort er zich quasi onmiddellijk in de Rhône.
360 graden-beeld aan Schwarzgrätli
Donderdag 24 juli - Blüemlisalphütte (4,5 - 5 uur; 1.112 m stijgen)
Met de Oeschinenlift naar 1.683 m, daarna steeds omhoog tot aan de hut. Detail: naar Alp Oberbärgli (1.978 m) volgen de populaire Via Alpina en Bärentrek een lagere route nabij het stuwmeer Oeschinensee. Er is een hoger alternatief met een traversee van de Oeschischafberg (bergwand) op ongeveer 2.000 m. Beide routes kijken uit op de Doldenhorn (3.638 m), de Fründehorn (3.368 m) en hun gletsjers. Van Oberbärgli, een gestage klim naar de pas Hohtürli (2.778 m) en de erboven gelegen Blüemlisalphütte 2.836 m (onze hoogste overnachtingsplek en een populaire hut) - 100 bedden.
Bij mooi weer, is een vrijblijvende wandeling mogelijk langs de Blüemlisalpgletsjer tot in de buurt van het Blüemlisalpsattel (3.119 m), aan de voet van de Wildifrau (3.274 m). Heen en terug samen ongeveer 2,5 uur, maar het blijft ter plaatse afwachten wat voor bergwandelaars haalbaar is.
360 graden-beeld op de Doldenhon en Oeschinensee, Hohtürli wanneer het weer wat minder is en aan de hut
Vrijdag 25 juli - Gspaltenhornhütte (5 uur; 580 m stijgen, 955 m dalen).
Het eerste stuk volgt opnieuw de populaire Via Alpina en Bärentrek, maar op 2.500 m afslag naar de Gämchlibach onder de terugwijkende tong van de Gämchligletsjer (ongeveer 1.950 m). Deze kortere route werd door de klimaatopwarming bereikbaar voor wandelaars. Een klim naar de Gspaltenhornhütte 2.455 m - 59 bedden.
Wie wil kan een poging doen de top van de kleine 'hausberg' Wildstein (2.615 m) achter de hut te beklimmen (1 tot 2 uur heen en terug samen, T4, stijl met steengruis en puin).
De hut wordt omringd door (van W naar O in tegenwijzerzin en niet allemaal zichtbaar vanaf de hut): Wildifrau (3.274 m), Morgenhorn (3.620 m), Gspaltenhorn (3.436 m) en Bütlassa (3.194 m).
360 graden-beeld naast de hut
Zaterdag 26 juli - Mürren (6 uur; 560 m stijgen, 1.380 m dalen)
Een stukje afdalen om daarna min of meer op hoogte door te steken naar de Sefinafurgga (2.611 m), een pas tussen de Vorderi Bütlassa (3.062 m) en de Hundshorn (2.811 m). Vanaf hier grote delen samen met de populaire Via Alpina en Bärentrek. Door de mooie wat ingesloten beweidde vallei van de Sefibach afdalen naar de Rotstockhütte (2.039 m, terrasje?). Ondertussen komen aan de overkant van het Sefinen- en Lauterbrunnental de eerste reuzen als in een stoet tevoorschijn: Breithorn (3.780 m), Groshorn (3.754 m), Mittaghorn (3.896 m), Gletscherhorn (3.982 m), Jungfrau (4.158 m), Mönch (4.110 m) en Eiger (3.967 m). Stuk voor stuk dragen ze een kraag van ijs, ze blijven de rest van de dag in ons blikveld.
Even voorbij de Rotstockhütte stijgen naar de bergrug Wassenegg (2.155 m). 30 m onder het topje Bryndli (2.133 m) afdalen naar Spielbodenalp (1.791 m). Door de weiden en af en toe een bosje de helling traverseren naar Mürren (1.650 m).
360 graden-beeld Sefinafurgga, met een eerst glimp van de vierduizenders
Van Mürren naar Lauterbrunnen: afhankelijk van het tijdstip gaat 2 tot 4 keer per uur de combinatie van tandradtrein met gondellift naar Lauterbrunnen (duur: 19 minuten). In Lauterbrunnen overnachten we in de Valley Hostel 795 m, eten in een restaurant.
Zondag 27 juli
- 9:01 trein naar Interlaken Ost (aankomst 9:24)
- 9:59 ICE naar Frankfurt (aankomst 15:08)
- 16:27 ICE naar Luik (18:43) Brussel-N (19:26) of Brussel-Z (19:35)